erfelijkheid 1: eigenschappen en chromosomen  (theorie - theorie met verwerkingsopdrachten)| onderbouw h v | bovenbouw m |

eigenschappen

Alle organismen op aarde zijn min of meer unieke exemplaren. Dit komt omdat organismen verschillende eigenschappen hebben. In de afbeelding hieronder zijn twee katten afgebeeld die op het eerste gezicht veel op elkaar lijken.

twee katten

Deze katten lijken veel op elkaar omdat veel eigenschappen hetzelfde zijn. Beide katten hebben bijvoorbeeld dezelfde vachtkleur en dezelfde tekening op hun vacht. Toch zijn er ook verschillen. De rechter kat heeft bijvoorbeeld langere haren en is steviger gebouwd, terwijl de linker kat groene ogen heeft in plaats van gele. Omdat katten vele duizenden eigenschappen hebben, is het vrijwel ondenkbaar dat er twee identieke katten op aarde rondlopen.

De twee katten die hierboven staan afgebeeld hebben een familieband met elkaar: de rechter kat is de zoon van de linker kat. Veel van de overeenkomende eigenschappen zijn eigenschappen die de zoon van de moeder heeft gekregen. Deze eigenschappen worden erfelijke eigenschappen genoemd. Zo zijn de vachtkleur en de tekening van de vacht erfelijke eigenschappen.

Er zijn ook niet-erfelijke eigenschappen. Beide katten hebben bijvoorbeeld een glanzende vacht. Katten hebben een glanzende vacht als ze uitgebalanceerde voeding krijgen en geen vlooien hebben. Het wel of niet glanzen van de vacht van deze katten wordt bepaald door het milieu waarin de katten leven en niet door erfelijke eigenschappen.

genotype en fenotype

fenotype:

Het fenotype is het uiterlijk van een organisme.

genotype:

Het genotype is de informatie in het organisme voor de erfelijke eigenschappen.

1.1
2pntWelke van de onderstaande eigenschappen zijn genotypisch en welke eigenschappen zijn fenotypisch?
  • de kleur van de vacht ligt vast in het [ fenotype ] [ genotype ] van de katten
  • het glanzen van de vacht ligt vast in het [ fenotype ] [ genotype ] van de katten

nakomelingen

De kater uit de afbeelding hierboven was één van de vijf kittens uit een worp. Deze worp bestond uit drie grijsbruin gestreepte kittens (waaronder de kater in de afbeelding), een grijsbruin gevlekt kitten en een zwartwit gevlekt kitten.

een worp

De waarschijnlijke vader van deze vijf kittens (bij katten hoeven niet alle kittens in één worp van dezelfde vader te zijn) was een geheel zwarte kater. Hoewel geen van beide ouders duidelijk wit gevlekt was, had één kitten toch witte vlekken op zijn vacht. Eén of beide ouders moet(en) drager zijn geweest van de erfelijke eigenschap voor witte vlekken.

Iets vergelijkbaars komt ook bij mensen voor. Ouders die beiden bruine ogen hebben kunnen een kind krijgen met blauwe ogen. In dit geval zijn de ouders drager van de eigenschap blauwe ogen. Deze eigenschap komt echter niet tot uitdrukking in hun fenotype.

1.2
2pnteigenschappen
  • bij het zwartwit gevlekt kitten komt de eigenschap voor witte vlekken [ niet ] [ wel ] tot uitdrukking in het fenotype
  • bij de zwarte kater (de vader) komt de eigenschap voor witte vlekken [ wel ] [ niet ] tot uitdrukking in het fenotype
1.3
1pntWelke bewering is juist?
  • het genotype is de som van de zichtbare eigenschappen van het fenotype plus de invloed van het milieu
  • het fenotype is de som van de zichtbare eigenschappen van het genotype zonder de invloed van het milieu
  • het fenotype is de som van de zichtbare eigenschappen van het genotype plus de invloed van het milieu
  • het genotype is de som van de zichtbare eigenschappen van het fenotype zonder de invloed van het milieu

persoonlijke score

history

advertentie

advertentie

© 2024 Leon Dahmen biodoen Den Haag