werking van de ogen  (theorie - vakoverstijgende theorie met verwerking)| onderbouw h v | bovenbouw m h v |

iris en pupil

In de iris bevinden zich lengte- en kringspieren. Het behulp van deze lengte- en kringspieren kan de hoeveelheid licht die in het oog valt geregeld worden.

kringspieren (links), lengtespieren (midden) en kring- en lengtespieren (rechts) in de iris
4.1
5pntpupil en iris
  • als de pupil groot is, is de iris [ ook groot ] [ klein ]
  • in een lichte opgeving is de iris [ klein ] [ groot ] en de pupil [ klein ] [ groot ]
  • in een donkere omgeving is de iris [ klein ] [ groot ] en de pupil [ groot ] [ klein ]
4.2
6pntkringspieren en lengtespieren (straalsgewijs lopende spieren)
  • als de spieren spannen worden spieren [ langer ] [ korter ] en [ dunner ] [ dikker ]
  • als de pupil klein is zijn de kringspieren [ ontspannen ] [ gespannen ] en zijn de lengtespieren [ ontspannen ] [ gespannen ]
  • als de pupil groot is zijn de kringspieren [ ontspannen ] [ gespannen ] en zijn de lengtespieren [ ontspannen ] [ gespannen ]

Spieren kunnen uit zichzelf niet ontspannen. Spieren hebben een andere spier (of ander mechanisme) nodig om na het spannen weer te kunnen ontspannen. Spieren komen in het lichaam vaak paarsgewijs voor. De ene spier helpt de andere spier ontspannen en omgekeerd. Spieren die elkaar helpen te ontspannen worden antagonisten genoemd.

4.3
4pntspannen en ontspannen
  • als iemand van een lichte omgeving naar een donkere omgeving loopt, spannen de [ lengtespieren (straalsgewijs lopende spieren) ] [ kringspieren ] ; hierdoor ontspannen de [ kringspieren ] [ lengtespieren (straalsgewijs lopende spieren) ]
  • als iemand van een donkere omgeving naar een lichte omgeving loopt, spannen de [ lentespieren (straalsgewijs lopende spieren) ] [ kringspieren ] ; hierdoor ontspannen de [ kringspieren ] [ lentespieren (straalsgewijs lopende spieren) ]

persoonlijke score

history

advertentie

advertentie

© 2024 Leon Dahmen biodoen Den Haag