centraal zenuwstelsel, zenuwen en zenuwcellen (theorie - theorie met verwerkingsopdrachten)| onderbouw h v | bovenbouw m h v |
impulsen en zenuwen
model van een zenuwcel
Een zenuwcel bestaat uit een cellichaam met uitlopers. Deze uitlopers vervoeren impulsen door het zenuwstelsel. Impulsen zijn kleine stroompjes. Deze stroompjes kunnen worden waargenomen met zeer geavanceerde meetapparatuur.
meetapparatuur en impulsen
In de onderstaande twee animaties wordt in de bovenste animatie een fel brandende lamp gedurende enkele seconden aangezet en in de onderste animatie wordt een minder fel brandende lamp gedurende enkele seconden aangezet.
impulsgeleiding bij een fel brandende lamp
impulsgeleiding bij een minder fel brandende lamp
De manier waarop de impulsen in bovenstaande animaties voortgeleid worden verschillen van elkaar.
- [ juist ] [ onjuist ]
- [ juist ] [ onjuist ]
Met frequentie wordt het aantal wisselingen in stroomsterkte aangegeven per tijdseenheid.
- bij een sterke prikkeling neemt de impulsfrequentie toe
- bij een zwakke prikkeling neemt de impulsfrequentie toe
- bij een sterke of zwakke prikkel blijft de impulsfrequentie gelijk
- bij een sterke of zwakke prikkel blijft de stroomsterkte gelijk
- bij een zwakke prikkeling neemt de stroomsterkte toe
- bij een sterke prikkeling neemt de stroomsterkte toe