bloemdiagrammen (onderzoek - practicum met verwerkingsvragen)| onderbouw h v | bovenbouw m |
bloemdiagram Fluitenkruid
Fluitenkruid
nodig:
Fluitenkruid met bloemen en vruchtjes, veldloep of binoculair, pincet, plakband, tekenmateriaal en het werkblad 'bloemdiagrammen'.
Fluitenkruid bestuderen:

- De bloempjes van Fluitenkruid groeien in een [ aar ] [ tros ] [ scherm ]
- Fluitenkruid heeft [ minder dan vier ] [ geen ] [ meer dan vier ] kelkbladen per bloempje.
- Fluitenkruid heeft [ minder dan vier ] [ geen ] [ meer dan vier ] kroonbladen per bloempje.
- De kroonbladen van Fluitenkruid verschillen [ wel ] [ niet ] van elkaar.
- Het vruchtbeginsel van Fluitenkruid bestaat uit [ meer dan twee vruchtbladen ] [ twee vruchtbladen ] [ één vruchtblad ]
- Eén bloempje van Fluitenkruid bevat [ één ] [ twee ] [ meer dan twee ] meeldraden.
bloemdiagram maken:
In het werkblad 'bloemdiagrammen' staan bij Fluitenkruid 6 vakken afgebeeld. Bij elk vak staat een potloodje of een stukje plakband afgebeeld. Als in een vak een potloodje is afgebeeld moet in dit vak een tekening gemaakt worden en als in een vak een stukje plakband is afgebeeld moet het betreffende onderdeel worden opgeplakt.
• teken in vak 1 het zijaanzicht van één bloempje van Fluitenkruid
• teken in vak 2 het bovenaanzicht van één bloempje van Fluitenkruid
• teken in vak 3 het bloemdiagram van Fluitenkruid
• plak in vak 4 de vrijgeprepareerde meeldraden en vruchtbeginsels
• teken in vak 5 een vrucht in ontwikkeling van Fluitenkruid
• teken in vak 6 een scherm van Fluitenkruid
open in een nieuw venster: werkblad 'bloemdiagrammen'
werkblad bij de opdracht 'bloemdiagrammen'...


- Aan het uiteinde van één vruchtje zit(ten) [ één ] [ twee ] overblijfsel(s) van de stijl.
- Uit één bloempje groeit een vrucht die bestaat uit [ twee ] [ één ] de(e)l(len).
- De eerste schermen (vanaf de stengel gerekend) zijn [ één tot drie ] [ zes tot acht ] stralig. De volgende schermen zijn [ zes tot acht ] [ één tot drie ] stralig.
- De omwindselbladeren onderaan het eerste scherm (vanaf de stengel gerekend) zijn [ vier ] [ zes ] [ vijf ] bladig.
fotoherbarium
naam: Grote bevernel
naam: Grote bevernel familie: Schermbloemenfamilie
wetenschappelijk: Pimpinella major
standplaats: op voedselrijke vochtige grond, vaak kleigrond, in bermen, uiterwaarden, op beschaduwde plekken
hoogte: 90cm
herbarium
Grote bevernel (Pimpinella major)
2.46pntFluitenkruid en Grote Bevernel behoren beide tot de familie van de Schermbloemen. Naast overeenkomsten zijn er ook verschillen tussen beide Schermbloemen. Klik op de afbeelding van Grote Bevernel voor achtergrondinformatie over deze plantensoort.
Geef aan of de volgende kenmerken overeenkomsten of verschillen tussen beide Schermbloemen zijn.- Meerdere bloempjes per scherm [ verschil ] [ overeenkomst ]
- Meerdere meeldraden per bloempje [ overeenkomst ] [ verschil ]
- Aantal kroonbladen per bloemkroon [ verschil ] [ overeenkomst ]
- Scheve (asymmetrische) bloemkroon [ verschil ] [ overeenkomst ]
- Aantal delen waaruit het vruchtbeginsel bestaat [ verschil ] [ overeenkomst ]
- Aantal stijlen per vruchtbeginsel [ verschil ] [ overeenkomst ]