turgor, stevigheid en plasmolyse (theorie - theorie met verwerkingsopdrachten)| bovenbouw h v |
osmose
selectief (of semipermeabel) membraan
Als in een cel of organel de concentratie aan opgeloste stoffen hoger is dan in naburige cellen of organellen, vindt diffusie van stoffen plaats. Als deze stoffen echter niet door de tussenliggende membranen kunnen, ontstaat osmose. Osmose is de diffusie van water door een semipermeabel (of selectief permeabel) membraan.
1.1
3pnt
permeabiliteit

- Bij osmose vindt waterverplaatsing plaats van een plek met een [ lagere ] [ hogere ] concentratie aan opgeloste stoffen naar een plek met een [ hogere ] [ lagere ] concentratie. Osmose vindt alleen plaats bij een semipermeabel membraan. Osmose is een waterverplaatsing door een semipermeabel membraan [ met het concentratieverval mee ] [ tegen het concentratieverval in ]
1.2
2pnt
osmotische waarde

- Als de osmotische waarde in een plantencel hoger is dan daarbuiten, bevinden zich in de cel [ meer ] [ minder ] opgeloste stoffen dan buiten de cel. Door osmose zal deze cel water [ aantrekken ] [ afgeven ] . Hierdoor ontstaat turgor.
1.3
2pnt
waterverplaatsing

- Indien de osmotische waarde in een plantencel [ lager ] [ hoger ] is dan de osmotische waarde van naburig weefsel (of het water in de celwand van de cel), vindt door osmose een waterverplaatsing plaats [ van de cel af ] [ naar de cel toe ]
1.4
3pnt
verdamping

- Als een plantencel door bijvoorbeeld verdamping water verliest, [ daalt ] [ stijgt ] de osmotische waarde van de cel en zal door osmose water [ uit ] [ naar ] naburig weefsel of [ uit ] [ naar ] het vocht in de celwand van de cel worden gezogen.
© 2021 Leon Dahmen biodoen Den Haag