systematiek geleedpotigen (theorie - oefentoets)| bovenbouw h v |
tweevleugeligen
Insecten die tot de orde van de tweevleugeligen behoren hebben één paar sterk ontwikkelde vliegvleugels en één paar vleugels die nauwelijks ontwikkeld zijn. De nauwelijks ontwikkelde vleugels dienen als contragewicht tijdens de vlucht. Het contragewicht houdt het insect in evenwicht. Als de vliegvleugel naar voren wijst, wijst de contragewichtvleugel naar achter en omgekeerd.
Drosophila Melanogaster
De `Drosophila Melanogaster` (hierboven afgebeeld) is een van de meest voorkomende fruitvliegen. Fruitvliegen zijn kleine vliegjes die hun eieren in bedorven fruit leggen. De larven van de Fruitvlieg voeden zich met de schimmels die op het rottend fruit leven. De `Drosophila Melanogaster` behoort, net als andere vliegen en muggen, tot de orde van de tweevleugeligen. De vleugel die zich tot contragewicht ontwikkeld heeft is met een pijltje aangegeven.

- De `contragewichtvleugel` van de fruitvlieg is geen rudimentair orgaan, omdat deze een andere functie heeft dan analoge organen bij andere soorten organismen.
- De `contragewichtvleugel` van de fruitvlieg is geen rudimentair orgaan, omdat deze een andere functie heeft dan homologe organen bij andere soorten insecten.
- De `contragewichtvleugel` van de fruitvlieg is geen rudimentair orgaan, omdat deze `contragewichtvleugel` een evenwichtsfunctie heeft.

- De gemeenschappelijke voorouders van zowel de orde van de kevers als de orde van de tweevleugeligen hebben waarschijnlijk twee paar vliegvleugels gehad; de afwijkende vleugelvormen zijn uit voorouders met normale vliegvleugels geëvolueerd.
- De gemeenschappelijke voorouders van zowel de orde van de kevers als veel andere insectenorden zijn waarschijnlijk insecten geweest die tot de orde van de tweevleugeligen behoorden; de contragewichtvleugels van de tweevleugeligen hebben zich of ontwikkeld tot schilden bij de kevers ofwel tot vliegvleugels bij veel andere insectenorden.