geologische tijdperken (theorie - verwerkingsopdrachten)| bovenbouw h v |
kenozoïcum
Tertiair
Gedurende het Tertiair ontwikkelen zich steeds meer tropische en subtropische wouden, die gedurende het eerste deel van het Tertiair vanuit de polen worden vervangen door loofbossen. Aan het einde van het Tertiair zijn de polen met ijs bedekt en zijn rond de evenaar woestijnen en savannen ontstaan.
link: Apidium (±35 mjg) by: Google
link: Australopithecus (±3,5 mjg) by: Google
Kwartair: Pleistoceen
Grote ijskappen en andere gletsjers breiden zich gedurende 5 ijstijden afwisselend uit en trekken zich terug. Op het hoogtepunt van de ijstijden is 30% van de aarde met ijs bedekt.
link: Homo habilis (±2,5 mjg) by: Google
link: Pekingmens (±1,5 mjg) by: Google
link: Javamens (±1,5 mjg) by: Google
link: Homo erectus (±0.8 mjg) by: Google
link: Solomens (±0,4 mjg) by: Google
link: Homo Heidelbergensis (±0.15 mjg) by: Google
link: Homo sapiens neanderthalensis (±0.1 mjg) by: Google
Kwartair: Holoceen
Het poolijs trekt zich gedurende het Holoceen steeds verder terug. Veel loof- en naaldbossen hebben plaatsgemaakt voor toendra`s. Landbouwactiviteiten van de mens hebben enorme invloed op de vegetatie.
link: Cro-magnonmens (±0.04 mjg) by: Google
link: Homo sapiens sapiens (±0 mjg) by: Google

- geef aan hoe de vraag gemaakt is: (
) (
)
Bonobo / Australopithecus
Bonobo
Bonobo`s (Pan Paniscus) verschillen genetisch maar 2% van de huidige mens. Waarschijnlijk heeft de Bonobo nog meer genetisch materiaal gemeenschappelijk met de Australopithecus. Voor Bonobo`s is seks belangrijk om spanningen binnen de groep waarin ze leven te vermijden. Bonobo`s bedrijven seks om de vrede te bewaren. Zo kan vader gemakkelijk op één dag seks met moeder, dochter, nicht, achternicht en tal van andere vrouwtjes (en trouwens ook mannetjes) hebben. Seksualiteit heeft naast een voortplantingsfunctie ook een sociale functie. Ze willen door middel van seks aan elkaar laten weten dat ze goede maatjes van elkaar zijn.
systematiek primaten

- geef aan hoe de vraag gemaakt is: (
) (
)
continentverschuivingen in het Kenozoïcum
Afrotheria
De Afrotheria is een oeroude groep van Afrikaanse zoogdieren die tijdens het Krijt ontstond uit een voorouder op het grote continent Gondwana. Toen Afrika wegdreef van de rest van het continent hebben de Afrotheria zich ontwikkeld. Deze brachten een grote verscheidenheid aan dieren voort, van Olifanten tot Goudmollen en van Olifantspitsmuizen tot Zeekoeien. Nog altijd vormen Afrotheria het leeuwendeel van de op het Afrikaanse continent levende zoogdieren.
Deinotherium Bozasi
20.106 - 2.106 (Mioceen - Plioceen/Pleistoceen)
De Deinotheria zijn 4 tot 6 meter hoge olifantachtigen. De neerwaarts gekromde slagtanden verschillen in vorm en afmeting van gewone olifanten.
Moeritherium Trigodon
36.106 - 33.106 (Eoceen)
De Moeritherium heeft een nijlpaardachtige levenswijze en heeft geen voor de olifantachtigen gebruikelijke slurf of slagtanden.

- [ Holoceen ] [ Mioceen ] [ Eoceen ] [ Plioceen/Pleistoceen ] [ Paleoceen ]

- [ juist ] [ onjuist ]