spijsverteringskanaal (theorie - theorie met verwerkingsopdrachten)| onderbouw h v | bovenbouw m h v |
oppervlaktevergroting
Het gebit vergroot het oppervlak van het voedsel, zodat verteringssappen goed kunnen inwerken op het voedsel.
oppervlaktevergroting

- geef aan hoe de vraag gemaakt is: (
) (
)
mondholte
Met behulp van de voortanden wordt voedsel afgebeten en met de kiezen wordt voedsel fijngemalen en met speeksel vermengd. Hoektanden dienen om een prooi te grijpen en te doden. Deze functie is in de loop van de evolutie bij mensen verloren gegaan. De tong zorgt ervoor dat het voedsel op de kauwvlakken van de kiezen terecht komt. De tong is zeer beweeglijke spier, waarop zich tal van tast- en smaakzintuigen bevinden. De mondholte is via de keel verbonden met de neusholte. Voedsel dat in de mond fijngemalen wordt, wordt in de neus geroken en gekeurd op eetbaarheid.
mond-, keel- en neusholte

- de tong kan in twee verschillende richtingen bewegen
- de tong kan in vier verschillende richtingen bewegen
- de tong kan in drie verschillende richtingen bewegen
speeksel
In de mondholte wordt de voedselbrok vermengd met speeksel. Speeksel maakt het voedsel glijbaar. Afhankelijk van het type voedsel is het speeksel waterig of juist slijmerig. In speeksel bevindt zich een enzym. Enzymen zijn stoffen die helpen met het verteren van voedsel. In de mond wordt begonnen met de vertering van bepaalde koolhydraten.

- [ juist ] [ onjuist ]

- [ juist ] [ onjuist ]
slokdarm
In de slokdarm wordt de voedselbrok met behulp van lengte- en kringspieren naar de maag getransporteerd.

- [ juist ] [ onjuist ]