functies van bloed (theorie - theorie met verwerkingsopdrachten)| onderbouw h v | bovenbouw m h v |
functies van bloed
functies van bloed
Bloed bestaat uit cellen, opgeloste stoffen en water. Bloed is, net als bijvoorbeeld spieren en botten, een weefsel. Bloed heeft tal van functies. De hoofdfunctie van bloed is het transporteren van stoffen naar verschillende plekken in het lichaam. Daarnaast heeft bloed een functie bij het bestrijden van ziekteverwekkers en de genezing van wonden.
bloedplasma en bloedcellen
samenstelling bloed
Als bloed enige tijd in een reageerbuis bewaard wordt, zakken de bloedcellen naar beneden. De bloedcellen veroorzaken de rode kleur van bloed. Bloed zonder bloedcellen wordt bloedplasma genoemd. Bloedplasma bestaat voor 90% uit water en verder uit opgeloste stoffen. Bloedplasma transporteert voedingsstoffen (en verteringsproducten), koolstofdioxide, een klein deel van de zuurstof, afvalstoffen en regelende stoffen zoals hormonen. Bloedcellen vervullen een functie bij het transport van zuurstof, het bestrijden van ziektenverwekkers en de bloedstolling.

- geef aan hoe de vraag gemaakt is: (
) (
)

- zuurstof wordt met name door [ bloedplasma ] [ bloedcellen ] van de [ lichaamscellen ] [ longen ] naar de [ lichaamscellen ] [ longen ] getransporteerd
- koolstodioxide wordt met name door [ bloedcellen ] [ bloedplasma ] van de [ lichaamscellen ] [ longen ] naar de [ lichaamscellen ] [ longen ] getransporteerd

- voedingsstoffen worden met name van [ lichaamscellen ] [ bloed ] naar [ lichaamscellen ] [ bloed ] getransporteerd
- afvalstoffen worden met name van [ lichaamscellen ] [ bloed ] naar [ bloed ] [ lichaamscellen ] getransporteerd

- in de nieren worden afvalstoffen uit/aan het bloed [ afgegeven ] [ opgenomen ]

- in het spijsverteringskanaal worden voedingsstoffen en verteringsproducten aan/uit het bloed [ afgegeven ] [ opgenomen ]