lever en uitscheiding (theorie - oefentoets)| bovenbouw h v |
lever
ligging van de lever (links), onderzijde van de lever (rechts) en tekening van leverlobje (400x) (onder)
1 = holle ader ; 2 = poortader; 3 = leverslagader; 4 = galbuis; 5 = galblaas; 6 = bindweefsel; 7 = ader; 8 = slagader; 9 = galgang; 10 = centrale ader; 11 = levercellen
1.1
4pnt
In de bovenstaande afbeelding van een tekening van het leverlobje zijn twee aders en een slagader afgebeeld.

- de centrale ader `[10]` mondt uiteindelijk uit in de [ poortader `[2]` ] [ holle ader `[1]` ] in de afbeelding van de onderzijde van de lever
- de galgang `[9]` mondt uiteindelijk uit in de [ poortader `[2]` ] [ centrale ader `[1]` ] [ galbuis `[4]` ] in de afbeelding van de onderzijde van de lever
- bloed in slagader `[7]` en ader `[8]` stroomt [ wel ] [ niet ] richting levercellen
- ader `[8]` is een aftakking van de [ holle ader `[1]` ] [ poortader `[2]` ] in de afbeelding van de onderzijde van de lever
omzetting en afbraak van stoffen in de lever
1.2
1pnt
In de lever kunnen organische stoffen als aminozuren, vetten en glucose worden omgebouwd. Bij welke van de onderstaande omzettingen zijn naast C, H en O ook andere stoffen nodig?

1.3
1pnt
In de lever worden uit aminozuren ook plasma-eiwitten of bloedeiwitten gevormd. Een deel van deze eiwitten regelen de osmotische waarde van het bloed

- als de osmotische waarde van het bloed laag is worden door de lever [ minder ] [ meer ] plasma-eiwitten gevormd
1.4
2pnt
In de lever vindt afbraak van aminozuren plaats. Aminozuren worden omgezet in een stikstofhoudend deel en een `niet` stikstofhoudend deel.

- uit de `niet`stikstofhoudende delen wordt [ wel ] [ geen ] ureum gevormd
- bij de dissimilatie van het `niet`stikstofhoudende deel wordt ADP [ wel ] [ niet ] omgezet in ATP
© 2021 Leon Dahmen biodoen Den Haag